Maandag 13 sept’21
Het is zover…niet meer, maar Galicië is wel heuvelachtig én regenachtig, dus nog even door-trappen. Sin dolor no hay gloria, No pain no glory, Non mollare, Nie pleuje of zoals de Engelse W.C. op ‘t einde van zijn leven zei: Courage is rightly esteemed the first of all human qualities, because it is the quality which guarantees all others. Voor een fietser is er wel nog één kwaliteit die belangrijker is dan wilskacht ( en spierkracht ), nl. ’verteringskracht’. Ik bewonder de beroepsrenners.. hun maag, zeker tijdens meerdaagse wedstrijden. Zelf heb ik deze 17 dagen vaak moeten ‘zuipen en vreten’ om overeind te blijven op de fiets. Waar je overdag vaak de kracht of zin ontbreekt om de drankflessen uit te drinken, ben je ‘s avonds te moe om nog uitgebreid te eten.
Hier nog één passend lied voor dit einde: https://youtu.be/swFJrv9IrzY
Mong zegt het mooi: leef en doe het nu, want er komt geen tweede leven. Zodra je dat laatste beseft, begint je eigenlijke leven.
Zeker in deze Covid-tijd gaan sommigen te snel ‘naar boven’ langs de trappen…
van vergelijking: ziek, dood, begraven.
Vandaag werd het dus wat in de regen fietsen. Na vele dagen zonder, moet ik nog eens spatborden, schoenovertrekken en jasje uithalen, maar naarmate SdC deze ochtend dichterbij komt, verdwijnen de wolken en verschijnen er… overal pelgrims. Om het compostelaat - het mooie document dat het bereiken van SdC bevestigt - te bekomen, moet je minimum 100km gewandeld of 200 km gefietst hebben. Je ziet dan ook in Sarria (dat ligt op 100km van SdC) massaal veel wandelaars uit bussen stappen….ieder zijn camino! Er wordt ook verwacht dat je elke dag minimum 2 stempels verzamelt om je pad (‘camino’ in’t Spaans) te kunnen bewijzen.
Een allerlaatste stop maak ik 5 km buiten de stad op de Monte do Gozo, letterlijk ‘de berg van blijdschap’, waar de pelgrim het langverwachte eerste zicht op stad&kathedraal krijgt…blijheid alom dus op dat grasveld waarop ook enkele mooie standbeelden staan. Vandaar is het alleen nog maar afdalen naar ‘het plein’. In de stad volg je gewoon de stroom pelgrims. Het lijkt wel of iedereen aangezogen wordt door de kathedraal. De fietsers zijn er zeldzaam, maar wandelaars zijn er veel en in alle vormen en form. Qua vorm, van mager tot volslank met kleine heuptasjes tot reuze rugzakken en qua form, van fris huppelend tot langzaam strompelend.
Als alle dagen waren als vandaag, dan fietste ik elke dag naar SdC… want ik kwam vandaag wel degelijk aan op de Praza do Obradoiro. An stond er natuurlijk al te wachten. Geen picknick vandaag, dus is dit ons eerste moment samen. In juli 2011 stonden we hier ook. Onze, die van An en ik, prestatie van toen was zovele malen groter dan die van nu! Drie tieners van 13 (!) tot 19 jaar, per fiets gemotiveerd én veilig hierheen leiden, dat was pas lijden… als ouders, maar de aankomst op dat plein - met vijf samen - maakte dat al onze moeite de moeite waard was.
Zo vaak deze week hebben An vanuit de auto, en ik vanop de fiets, ons afgevraagd hoe we dat toen klaargespeeld hebben. Daarvoor moet je jong zijn of goed zot, of allebei zoals toen in ons geval.
Rond 15 uur dus aankomst in dit bedevaardsoord. We bleven er wel 2 uur, kijkend naar de nieuwe stervende pelgrims…je bent pelgrim af zodra je de plaats bereikt hebt. Zoveel manieren om dit te doen als er mensen zijn:
sommigen komen in stilte aan en blijven aan de zijlijn staan, anderen roepen zeer luid hun opperste geluk uit. (Heb je de dubbele rijm gemerkt?)
Daarnaast zijn er ook de tranen, die vloeien samen tot het riviertje van de dag. Jong en oud, leken en geestelijken. Voor die laatsten is alles wat hier op het plein gebeurt, een non-event ;-). Binnen in de kathedraal moet je zijn, minstens één mis beleven terwijl de Botafumerio, het grote wierookvat, boven de hoofden van de gelovigen slingert. Ik tref toevallig nog Angelo uit Brescia. Samen afzien, schept een band. Daarna is het tijd om het compostelaat af te halen, samen met wat souvenirs natuurlijk.
Zonder kinderen kan iedereen de camino afleggen, 100 of 1000km, fiets of voet, snel of traag…elk haar camino. Iedere reis begint met een eerste kleine stap. Dat kan een boek zijn, een TV-programma, een babbel met een ex-bedevaarder of het lezen van een blog als deze ;-) Zo is bij mij deze aandoening trouwens ook begonnen.
De beslissing nemen om echt te vertrekken, is het moeilijkst. Daarna zijn er nog drie dingen te doen nl. plannen, plannen en plannen. Vervolgens hou je je aan die plannen en doe je die eerste stap of fietstrap. En je begint best ook een blog! Dat stimuleert je als schrijver om niet te versagen en om effectief ook in SdC op te dagen.
Geloven in jezelf, maakt het ‘caminar‘ (Spaans voor wandelen) ook makkelijker.
Ik wil me hier verontschuldigen als ik in deze blog rechts en vooral links al eens tegen de schenen schopte, maar vooral ook ekskuzes voor de gelovigen. Zij verdienen beter, want geloof is beter dan ongeloof. Zelf geloof ik zeer sterk…in bepaalde zaken. Het geloof verzet bergen en bouwt kathedralen, ongeloof breekt alles terug af.
Neem nu ons land, ofwel geloof je in meer Vlaanderen, ofwel ben je belgicist en geloof je in meer België. Maar allebei verwerpen doet iedereen in dit land lijden en leidt tot meer armoede, financieel maar ook intellectueel.
Geloof dus in iets, al is het maar dat je ooit ook een camino of een andere fysieke of mentale reis zult ondernemen, geloof dat je je grenzen kan verleggen, dat je dromen kan realiseren, dat je zelfs oude ruzies kan bijleggen... voor je op dat sterfbed ligt!
Wat onthou ik nog van deze camino? Ik kreeg een lange arm (selfies), dikke benen (fiets) en een bruin vel (ondanks een kilo zonnecrème).
Ik leerde kijken als een vrachtwagenchauffeur als die weer een zwakke weggebruiker moet ontwijken. Ook weet ik nu zeker dat mijn camino zonder het stuurspiegeltje nooit veilig was gelukt. Waarom wordt dat niet verplicht op elke fiets? Plaats het en na een tijdje kan je niet meer zonder.
Ik besef dat ik ook veel geluk gehad heb. Er was meer wind méé dan tegen, véél minder regen dan voorspeld en behalve ‘de barst’ geen mechanisch last, zelfs geen lekke band! Ik kende nog minder lichamelijke last, allicht omdat ‘het bedevaarten’ al in mijn bloed zat. Mijn grootvader heeft er wel 20 gedaan, naar de Ijzer... Ik ondervond ook geen onvriendelijkheden onderweg, wel integendeel. Iedereen heeft sympathie voor wie naar StJacques (Fr.) of Santiago (Sp.) gaat. Zo mocht de helft van de nachten mijn fiets naast mijn bed slapen. Die nachten was ik het gelukkigst. Mentaal en fysiek meen ik dan ook te kunnen terugfietsen, maar er was 3 weken geen kat in de praktijk en ik hoorde dat het geen weer was om een hond door te jagen. Ze staan dus allebei allicht te popelen om terug te komen ;—)
De laatste pernilvraag van vandaag komt uit het bevriende Catalonië: wat was nu het moeilijkste aan deze camino? Wel als antwoord, ga ik Willem Elsschot parafraseren.
Mijn Camino, naar ‘Mijn Huwelijk’ (uit 1910)
Tussen droom en daad
lagen 2* landen in de weg en de winden die er waren
en ook de vermoeidheid die iedereen kan verklaren
en die ‘s avonds komt, wanneer men slapen gaat..
(*Frankrijk en Noord-Spanje)
Vandaag een laatste +75 om net geen 2100 km te halen. Morgen per auto naar Fisterra/Finisterre, resp. Galego/Spaans. De meesten doen het te voet of per fiets. Om het af te leren, zal ik morgen proberen nog één blog te maken met foto’s van dat einde van de wereld. Tekst mag je dan zelf schrijven..op je buik.
Nooit opgeven zoals honderd lijnen hoger, gaat niet altijd op. Je moet weten wanneer het beter is om te stoppen. Voor mij bijvoorbeeld hoog tijd om deze blog af te sluiten. Tijd om terug te gaan werken én oude hobby’s op te nemen of… nieuwe te starten. Oude: tuinieren met of zonder JohnDeere. Nieuwe: ik zou graag een Groene Michelin zijn, een goede reisgids.
Afsluitend wil ik een enkele mensen bedanken. Jullie lezers van de blog, ook zij die nooit reageerden. Daarnaast nog 6 mensen: 5 mannen en 1 vrouw. Laat me beginnen met het sterke geslacht. An heeft dit project bijna 2 jaar aanhoord, gesteund en uiteindelijk voor een stuk mee uitgevoerd. No An, no camino! DAnkjewel.
Dan zijn er onze drie zonen, die mij toelieten én leerden papa te zijn, die mee een eerste camino tussen 2009-2011 aflegden, die interesse in al onze plannen tonen, die al eens hevig kunnen reageren maar daarbij toch de zachtheid van hun mama erfden. DJJ, ook dankjulliewel.
Ten slotte zijn er de 2 mannen uit de jaren ‘30, die mij leerden fietsen. De eerste op een kinderfiets, de tweede later op een racefiets. De eerste kan deze blog niet meer lezen, de tweede zal hem niet meer lezen.
Als..
…je alle overbodige woorden uit deze blog zou schrappen dan hou je misschien wat poëzie over,
…je info wil over de camino, weet je An en mij wonen,
…afsluiter geef ik zelf nog wat goedkope poëzie dan moet je al het voorgaande niet schrappen ;-)
Bloemen verwelken en scheepjes vergaan,
maar de Camino zal altijd blijven bestaan.
Ik wil afsluiten met iedereen naar Overijse uit te nodigen op zondag 26 september voor de grote AlaFilip-show op de ‘Smeys-&Smoskensberg’. Voor mij zijn dat intussen heilige plekken geworden want ik ging er vooraf stiekem oefenen. En of het geloond heeft!
Tot de laatste kilometer bleef het soms levensgevaar-lijk. Zien en gezien worden!
De 9de van 9 klimpartijen vandaag , de laatste van deze dag, de laatste van deze Camino. Deze Garmin was zijn gewicht meer dan waard deze reis.
De laatste kilometers voor SdC duiken er van overal pelgrims op, ze kwamen volgens mij zelfs uit de rioolmonden naar boven.
Monte do Gozo, berg van blijschap. Links in het dal zie je SdC met de piepkleine torentjes vd kathedraal. Wie het niet ziet, moet het geloven, zo gaat dat met de kerk.
Santiago de Compostella is een vriendelijke stad, ook voor katten.
Dit bord vraagt om niet onder zwarte katten door te lopen,
dat brengt hen ongeluk.
13 sept 2021, na een fietstocht die niet zo uitzonderlijk was…
..als deze in juli 2011! Van links naar redelijk rechts: JDJ, An en haar ex..bedevaarder.
Op dit plein heerst er dag in dag uit een gezellige sfeer, niet de Italiaanse uitbundigheid, wel een Spaanse ingetogen blijheid. Je hoort er voortdurend klein of groot applaus van kleine of grote ‘ontvangstcomités’. Sommige pelgrims moeten het zonder verwelkoming doen, maar ook zij vinden snel iemand van onderweg…
Dit is het compostelaat, althans het sportieve luik. Het andere luik met zijn onsportieve fans ligt aan de Maas en het officiële deel, in het Latijn, vind je dan weer onderaan in de fotogalerij. Deze hierboven vind ik het leukst omdat ze daar in SdC voor de afstand van Brussel tot hun kathedraal blijkbaar rekenden via een tussenstop in Madrid. Zo komen ze aan een zeer vleiende 2800 km, waar het in’t echt er ‘slechts’ 2100 waren..
In de crypte van de kathedraal van SdC. Hierom is het allemaal te doen, hierom reist men al 1000 jaar nr SdC, voor het zilveren kistje met de resten van de heilige Jacobus Maior, één der 12 apostels.
Tussen droom en daad
staan wetten in de weg en practische bezwaren
en ook weemoedigheid, die niemand kan verklaren
en die des avonds komt, wanneer men slapen gaat.. W. Elsschot, 1910.